Studiekosten kinderen betalen

Studiekosten kinderen: zo kun je die financieren

Studiekosten voor je kinderen moet je tegenwoordig helemaal zelf financieren. Als ouder wil je je kinderen een zo goed mogelijke start geven op de arbeidsmarkt. De overheid draagt na de invoering van het leenstelsel niet meer bij aan de studie van je kind. Alleen als je een gering inkomen hebt, kan je kind aanspraak maken op een aanvullende beurs. Dat is een gift als de studie tijdig en succesvol wordt afgerond.

Ik kom veel ouders tegen die hun kinderen financieel (willen) ondersteunen tijdens hun studie. Maar de studiekosten van kinderen, zeker als er meer kinderen zijn, lopen behoorlijk op. Een studerend kind kost gemiddeld € 1.044 per maand aan levensonderhoud als deze op kamers woont en € 627 per maand voor thuiswonende kinderen (Nibud). Daar komt het collegegeld en de andere kosten zoals boeken nog bij. Daarmee kom je snel aan zo’n € 15.000 per studiejaar. Kortom, een budget voor de studie van de kinderen is iets om rekening mee te houden in je financiële planning.

Hoe financier je studiekosten voor je kinderen?

Als ouders moet je beslissen of je je kinderen met deze kosten wil en kan helpen. Of laat je ze lenen voor hun studie? Persoonlijk houd ik van een gecombineerde aanpak. In plaats van het financieren van de hele universitaire ervaring, zou je kunnen aanbieden om een ​​vast bedrag bij te dragen en daarna is het aan hen om het eventuele tekort aan te vullen. Gemiddeld verdienen studenten zo’n € 325 per maand als ze een bijbaan hebben. Deze aanpak helpt je kinderen het belang van budgetteren in te zien, maar geeft ze ook verantwoordelijkheid.

Hieronder volgen 4 manieren om de studiekosten van je kinderen te financieren.

1. Uit je netto-inkomen

Een manier om bij te dragen is door geld te besteden dat rechtstreeks uit je besteedbaar inkomen komt of uit besparingen op andere uitgaven. Deze aanpak kan logisch zijn, afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden, of als je deze studiekosten niet vooraf hebt gepland. Financieel moet het natuurlijk wel mogelijk zijn.

2. Kind op de loonlijst

Heb je een eigen onderneming, dan kun je overwegen om je kinderen op de loonlijst te zetten. Kinderen op de loonlijst dienen daadwerkelijk werkzaamheden voor de onderneming te verrichten. Door het recht op algemene heffingskorting en arbeidskorting is over het salaris dat ze verdienen weinig tot geen belasting verschuldigd. De salariskosten zijn wel gewoon aftrekbaar.

Kosten van een studie die erop gericht is om inkomen te verdienen, kun je als werkgever belastingvrij vergoeden. Wanneer je kind op de loonlijst staat en je zou de studie ook aan andere medewerkers vergoeden, dan kun je overwegen om de studiekosten die je kind belastingvrij te vergoeden.

3. Lening verstrekken

Als meewerken in je onderneming geen optie is, kun je ook een lening verstrekken. De kosten voor een studie die erop gericht is inkomen te verdienen, zijn fiscaal aftrekbaar voor zover geen recht op studiefinanciering bestaat. Een negatief inkomen in enig jaar kan mogelijk in volgende jaren verrekend worden. De aftrek geldt voor verplichte leermiddelen, zoals boeken, en les-, cursus-, college- en examengelden. Je kinderen hebben geen recht op aftrek als je de studiekosten voor hem of haar betaalt.

Let op: de fiscale aftrek voor scholingsuitgaven zal waarschijnlijk op termijn worden afgeschaft. In de kamerbrief van 3 juni 2019 hebben de ministers van SZW en OCW aangegeven dat de regeling in 2020 sowieso wordt voortgezet.

4. Studiefonds vormen

Als je jonge kinderen hebt en geld opzij wilt zetten om bij te dragen aan toekomstig hoger of universitair onderwijs, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Hoeveel je opzijzet is afhankelijk van je financiële mogelijkheden en de leeftijd van je kind. Hoe eerder je start, hoe minder je hoeft in te leggen. Dat komt door het rente-op-rente effect. Welke van deze geschikt is, hangt af van je eigen omstandigheden. Hieronder is een korte beschrijving van enkele van de meest voorkomende oplossingen opgenomen. Ook de vraag of je eenmalig of periodiek geld wil storten en of je de flexibiliteit wil hebben bij het geld te komen, bepaalt mede welke vorm het meest passend is.

Jeugdspaarrekening

Je kunt een spaarrekening openen op naam van het kind. Vaak is het geld op deze rekening direct beschikbaar als je zoon of dochter 18 jaar wordt. Eerder kun je er niet bij, tenzij je het gebruikt voor de studiekosten van je kinderen. Het nadeel is dat het maar de vraag is of je kinderen op deze leeftijd verantwoord met het geld omgaan en ook echt besteden aan de studie. Daarnaast levert een spaarrekening nagenoeg geen rendement.

Gewone spaarrekening

Wil je liever op eigen naam sparen, dan kun je kiezen uit een ‘gewone’ spaarrekening of een deposito. Deze spaarrekening kent een vaste looptijd en geeft daarmee een iets hogere rente.

Beleggingsrekening

Zeker als je nog jonge kinderen hebt en je bijvoorbeeld nog 12 tot 15 jaar hebt om vermogen op te bouwen, dan kun ook kiezen voor een beleggingsrekening. Bij een goede spreiding in de beleggingen en door maandelijks een bedrag in te leggen verlaag je het risico. Uiteraard gaat beleggen wel gepaard met risico, maar deze zijn te overzien als je voldoende tijd hebt om een jaar met negatief rendement weer goed te maken. En de jaren van positieve rendementen zijn ver uit in de meerderheid. Let er wel op dat je het risico tijdig afbouwt, bijvoorbeeld door een lager risicoprofiel of door jaarlijks een bedrag over te hevelen naar een spaarrekening.

Studieverzekering

Door een studieverzekering af te sluiten, kun je een gegarandeerd eindbedrag afspreken. De studieverzekering is een verzekering op het leven van één ouder, meestal de kostwinner. Je betaalt gedurende een bepaalde periode maandelijks of jaarlijks premie. Hiermee bouw je een bedrag op dat op de einddatum, meestal de 18e verjaardag van je kind, vrijkomt voor het bekostigen van de studie. Je kunt de einddatum ook later in laten gaan en de uitkering gebruiken om een studieschuld mee af te lossen. Als je overlijdt voor de einddatum van de verzekering, dan is tot de einddatum geen premie meer verschuldigd. Het nadeel is wel dat het geld vastzit, maar u weet tenminste zeker dat u het straks aan de studie van je kind kunt besteden.

Studiekosten betalen? Houd rekening met schenkingsregels

Sparen voor de studie van je kind betekent ook dat je rekening houdt met bedragen die je belastingvrij mag schenken.

  • Zet je periodiek een bedrag op een rekening die op naam van je kind staat? Dan is dat een schenking. Bij schenkingen boven de vrijstelling moet de ontvanger schenkbelasting betalen.
  • Spaar je op een eigen rekening voor je kind en wil je dat in een keer geven voor de studie? Dan schenk je ineens een groot bedrag. Houd ook daar rekening met de vrijstelling. Wellicht is gespreid schenken dan een betere oplossing.

Grootouders en studiekosten voor de kinderen

Niet alleen ouders sparen of beleggen voor de studiekosten van hun kinderen. Vaak dragen grootouders ook bij aan de vermogensvorming van de kleinkinderen, bijvoorbeeld voor studie of de aankoop van een eerste woning. De mogelijkheden die hierboven zijn benoemd, gelden ook voor opa’s en oma’s.

Studiekosten opnemen in je financiële planning

Zoals we hiervoor zagen, is de studie van je kinderen een behoorlijke kostenpost. Voor veel ouders geldt dat kinderen een onbezorgde financiële start geven hoog op het prioriteitenlijstje staat. Een studiefonds voor de kinderen is een doelstelling die in een financiële planning thuishoort.

Het studiefonds voor Niels

Maar hoeveel heb je nu eigenlijk nodig om je kind een vliegende start te geven. Maak kennis met Jos en Margot. Ze zijn de trotse ouders van Niels die net zijn 3e verjaardag heeft gevierd. Natuurlijk weten Jos en Margot nog niet of Niels een studie gaat volgen, maar ze willen wel vermogen opbouwen voor Niels. Als hij niet gaat studeren, kunnen ze hem bijvoorbeeld een bedrag schenken voor de aankoop van een eigen woning. Ze willen over 15 jaar een bedrag van € 40.000 beschikbaar hebben. Ze vinden dat Niels een deel van de kosten ook zelf mag betalen door een bijbaan tijdens zijn studententijd. Jos en Margot voelen veel voor beleggen, maar willen ook graag een vergelijking met een spaarrekening en een spaarverzekering. De vraag is: hoeveel moeten ze maandelijks opzijzetten om hun doelstelling te bereiken?

Als we rekening houden met een gemiddelde rente gedurende de looptijd van 0,25% per jaar, dan is de premie voor de verzekering en de inleg op een spaarrekening ongeveer gelijk, te weten € 219 respectievelijk € 218 per maand. Kiezen ze voor beleggen in een defensief profiel, dan is er met een kans van 95% zekerheid dat ze met een maandelijkse inleg € 170 het bedrag van € 40.000 bereiken. Hierbij ben ik er voor het gemak vanuit gegaan dat ze gedurende de hele looptijd beleggen.

Je kunt natuurlijk ook andersom rekenen. Stel Jos en Margot hebben een budget van € 250 per maand. Wat mogen ze dan verwachten als opbrengst van deze investering? Een belegging met een nettorendement van gemiddeld 4% per jaar levert naar verwachting € 61.363 op over 15 jaar. Sparen geeft een bedrag van € 45.911 en verzekeren geeft een gegarandeerde uitkering van € 46.029. Afhankelijk van de resultaten van de verzekeraar kan dit bedrag iets hoger worden. Daarnaast is premievrijstelling bij overlijden meeverzekerd. Let op: iedere situatie is anders en deze vergelijking kan niet worden gezien als advies.

Meer informatie over een studiefonds voor de kinderen?

Neem gerust contact op met Sandra om de mogelijkheden te bespreken. Maak een afspraak in haar agenda.